Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch [22]Hij strekte Zijn hand niet tot [23]de afgezonderden van de kinderen Israels; maar zij [24]aten en dronken, nadat zij God gezien hadden. 22. Dat is, Hij sloeg noch plaagde hen, gelijk Hij bedreigd had, hfdst.19 vs.12, want ditmaal deden zij het op bevel van God, vs.1,9. 23. Versta, de oudsten des volks, van wie gesproken wordt vs.1,9. Anders, vorsten, oversten. 24. Dat is, zij bleven fris en gezond, door hun eten en drinken zulks bewijzende.